Jantje, geboren op Urk, was de dochter van Jan van Veen (timmerman) en Trijntje Kroon (handwerkjuf). Ze had een acht-jaar jongere zus, Lena (roepnaam Lummetje) en een vier-jaar oudere broer, Hendrik.
Jantje trouwt als eerste van de drie, in 1908 te Kampen op 26-jarige leeftijd met Harm Smit (ambtenaar posterijen volgens de trouwakte ) en kwam toen op Schokland te wonen.
Broer Hendrik vindt, net als zijn zus, de liefde elders en trouwt een jaar na zijn zus met Barbara Zwaans te Rotterdam.
Zus Lena trouwt wél met een Urker (1917 met de houtwerker Frederik van Dokkum). Het stel verhuist naar Zaandam en blijft daar wonen (veel Urkers vinden werk in de Zaanstreek maar de meeste keren in de crisistijd terug naar Urk).
Deze foto is vlak voor haar huwelijk genomen. Toen was ze 26 jaar oud.
Jantje op latere leeftijd. De prachtige trui heeft ze ongetwijfeld zelf gebreid.
Het was een gelukkig huwelijk. Jantje bracht elk jaar trouw een bezoek aan Urk. Steeds wanneer zij op Schokland terug kwam, werd Harm Smit begroet met: ”heerlijk vader om weer op Schokland terug te zijn; wat ben ik blij dat ik weer uit die drukte ben”. Een befaamde uitspraak die steeds opduikt in de verschillende artikelen en verhalen over de Smitten op Schokland.
Het was geen armoedig bestaan op Schokland. Onder de familie op Urk heerste zelfs de mening, dat op Schokland te wonen betekende “tot aan de ellebogen in het geld te tasten”. Elke familie op Schokland mocht vijftien schapen houden.
Jantje zal ongetwijfeld haar dochters geleerd hebben hoe een schaap te melken (zie foto) en hoe van de melk boter te karnen:
Jannetje vrolijk boter aan het karnen. Uit folkloristische Zuiderzeefilm. acte 1.
Jantje kon, net als haar man, goed met de Volendammers opschieten. Die kwamen dan ook geregeld bij haar buurten. Hoe de vissers nu aan de weet gekomen waren dat Jantje elke dag rum als medicijn tegen de maagpijn moest innemen (kom daar tegenwoordig nog maar eens om), was een raadsel. Maar wanneer de schepen met stormweer doelloos in de Schokker haven lagen, hadden alle Volendammers opeens maagpijn. Bron – Zwerven langs het IJselmeer – Kuyper
Jos Lussenburg, de bekende kunstschilder, bezocht Schokland geregeld. Hij verhaalt hieronder hoe Harm Smit destijds Jantje heeft ontmoet en hoe hij haar een beste en dappere vrouw noemt:
Dit alles verraste de oude baas zo dat hij zijn klompen uitschopte en aan boord stapte om mij hartelijk de hand te drukken en toen kwam zijn verhaal. “Ja”, zo begon hij, ik vrijde in die dagen met een Urker meisje, dat in Enkhuizen diende. Als ik zaterdags en zondags naar haar toeging, kon ik altijd bij je oom Paulus logeren. De Kramers lagen hier dikwijls in de haven en kwamen dan veel bij mij thuis. Ik kon heel goed met ze en had zodoende altijd onderdak in Enkhuizen. Zo gebeurde het in de winter, dat plotseling zeer hard begon te vriezen, dat ik niet meer naar Schokland terug kon en heb ik wel vier weken bij je oom Paulus gelogeerd. Béste mensen. Dat Urker meisje zit daar nu in mijn huis, een beste dappere vrouw voor mij hier op het stille eiland.
Kleinzoon Harry herinnert zich nog het verhaal hoe zijn oma water voor de thee uit de put van de buren heeft gestolen. De Rijdende Rechter had er wel raad mee geweten.
In de waterput van opa en oma zat brak water van een slechte kwaliteit. Regenbakken liepen bij stormweer, als het eiland overstroomde vol met zout water, ze moesten worden leeggeschept en waren dan nog lange tijd onbruikbaar. In de waterput van Spit was het water wel van goede kwaliteit.
Toen Spit en zijn vrouw een keer een weekend naar de vaste wal waren kon onze oma niet de verleiding weerstaan om voor de zondagse thee wat water uit de put van de buren te halen om eindelijk ook eens een echt lekkere kopje thee te kunnen drinken.
Waar zij niet op gerekend had was dat een schipper die met zijn vrachtscheepje in de haven lag toevallig zag dat zij water uit de waterput van Spit haalde.
Toen de familie Spit weer terug was van hun uitstapje heeft deze schipper mevrouw Spit verteld dat onze oma water uit hun put had gehaald.
Mevrouw Spit heeft verhaal gehaald bij oma en tussen de beide families is het nooit meer helemaal goed gekomen.
Lammert, zoon van Jantje van Veen, trouwde met Anna Dijkstra, dochter van een Friese boer. Anna behoort tot de laatste bezoekers die Schokland nog als eiland hebben meegemaakt. De herinnering daaraan werd opgetekend door Titi, haar dochter.
Het was eerste keer dat Anna Dijkstra met Lammert op bezoek kwam op Schokland. Ze kreeg koffie met een heel dik vel van geitenmelk erop. Anna gruwde ervan. Het lekkerste van de melk volgens opoe, haar nieuwe schoonmoeder, hoe kon een boerendochter dat niet lekker vinden!
Jantje kreeg in totaal vijf kinderen (één jongetje, Albert Smit, is op tweejarige leeftijd verdronken).
Herinneringen aan “opoe” Smit
Ik herinner mij nog het versje van opoe als je bij haar op schoot zat: Schuitje varen theetje drinken, Varen we naar de Overtoom, Drinken we zoete melk met room, Zoete melk met brokken, Kindje mag niet jokken!
En dan huppelen of draven en steeds sneller op het liedje: Herenpaard, herenpaard, damespaard, damespaard, boerenknol, boerenknol (en dan zakten we door haar schoot).
Toevallig dat Opoe op bijna al de foto’s een kind op schoot heeft. Daar is een echte Opoe voor zeker.
En we gaven de meeuwen brood uit het raam van opoe’s kamer op de IJsselkade, die vlogen bijna naar binnen. Er stonden ook 2 hondjes op de kast en een “passagiersschip’’ (ik weet niet of dat een schilderij was of een model).
We rennen de kamer binnen om als eerste bij Opoe op schoot te zitten. Opoe in de leunstoel, met verstelbare leuning (stok, inkepingen). Ze legt breiwerk met kluwen wol in een mandje (kat speelt met kluwen, helpen met oprollen kluwen wol). Zwart tasje met zilveren/gouden knip, met een rolletje King pepermunten en psalmboekje. “Wat zijn jullie groot geworden” en al snel “Daar kwam een muisje aangelopen en die pakte Janneman bij zijn neusje neusje neusje”. Voorzichtig voelen hoe zacht Opoe’s wangetjes zijn. Grijs haar. Op Opoe’s kamer een dressoir met glazen deurtjes. Glazen klok waarvan de pendule ronddraait. Grote schelp met daarin Opoe’s haar.Het uitgevallen haar dat zij bewaarde werd gebruikt om er in een haarnetje een knotje van te maken. Ze wist het heel handig tussen de haren achter op haar hoofd te bevestigen.
Nog ander schootliedje dat ze vaak zong: Vort ouwe witte, vort ouwe zwarte, Janke gaat naar haar opoe toe. Krijgt ze koffie met een klontje toe – Schattig hé?
— Janke
Oma Smit had een paar echte lievelingsplanten: kraaltjesmos, bellenbloemen (fuchsia’s), Franse geraniums,
En van dat soort zachte varens dat ze vroeger altijd in anjerboeketten staken
Haha en nu ik toch aan de gang ben: ik vond het leuk dat ze oliebollen bollebuisjes noemde.
Een keer per jaar kwam er een handkar door de Boelestraat die volstond met mimosa…prachtige gele bolletjes..die weldra hun pluizigheid verloren en ingedroogde gele balletjes werden. Opoe Smit liet ze het hele jaar staan in een bruin geglazuurd kannetje. Tot de mimosa man weer verse bracht.
— Harma
Origineel haakwerkje
Ik zie haar, als ze bij ons logeerde altijd handwerken daar was ze zó goed in. Heel veel kousjes, borstrokken heeft ze gebreid. Ik vond dat als kind leuk om naar te kijken, zo rustig als ze daar zat en onderhand maakte ze de mooiste handwerken. Haken, kon ze ook als de beste. Mijn moeder zei dat ze gewoon begon en dan uit haar hoofd de prachtigste kleedjes haakte.
— Titi
Ze zette ze een nachtje in de thee om ze te kleuren naar ecru…ze gebruikte suikerwater als stijfsel..en ze haakte ze vaak van gewoon vissersgaren..(waar ze netten van maakten). In suikerwater en dan opspannen met spelden op een kussen
De rimpel in opoe’s voorhoofd wordt veroorzaakt door een muggenwolk op de boot waar de foto genomen is… Janke en ik waren erbij en herinneren ons dat het heel naar was maar opoe/oma Smit bleef er vrij stoïcijns onder😉.
De Johan van Oldenbarnevelt. Haar zoon Lammert zag in Kampen dit 3D schip in de etalage staan van een schilderijenwinkel. Hij heeft het toen voor haar verjaardag gekocht.
Herinneren jullie je ook nog dat ze op haar verjaardag altijd met zo’n grote witte aardewerk kan vruchten op sap klaar zat?
Harma van der Ros: ik herinner me die kan….witte bol met rechte cilindervormige bovenkant
De schelp waarin oma haar uitgevallen haren bewaarde. Ligt nu op mijn bureau. Hebben jullie ook met de schelp tegen je oor gedrukt naar het ruisen van de zee geluisterd?
Diezelfde schelp maakte een onuitwisbare indruk op Michiel van de Ros, een achterkleinzoon van Jantje van Veen. Zijn herinnering aan tante Anna op memori.nl:
Al zo lang als ik me herinner was er altijd in Lelystad die bijzondere plek, waar je af en toe terecht kwam. Als kleine kinderen speelden we tikkertje op de randen om de ark. Dat is altijd goed afgelopen, ondanks de nodige obstakels. De gigantische schelp in de hoek van de kamer sprak tot de verbeelding maar bleek jaren later toch niet de halve meter hoog die ik me herinnerde. Al zat er soms een lange tijd tussen, bij tante Anne was iedereen welkom en het was altijd gezellig. En elke keer ging je naar huis met mooie herinneringen. Die blijven voor altijd bij ons. Rust zacht.
Ansichtkaart gestuurd door haar broer Hendrik vanuit Rotterdam. 8-7-1937
Waarde Zwager en zuster enz. Van ons allen de groeten. Wij zijn gelukkig nog goed gezond, en hopen dat jullie in hetzelfde geval mogen verkeren. Jullie ziet mij hier wandelen met den hond. Vele groeten, (schoon)zuster Be, broer H.
Dit versje schreef Jantje in het poesiealbum van haar dochter Trientje:
Schokland 4/9 1923
Aan mijn geliefd dochtertje Trijntje!
Des Heeren engel schaart
Een onverwrikbare hemelwacht
Rondom hem, die Gods wil betracht
Dus is hij wel bewaard
Komt, smaakt nu en beschouwt
De Goedheid van d’ Alzegenaar
Welzalig hij, die in gevaar
Alleen op Hem betrouwt
Ter gedachtenis aan
Je liefh. Moeder
Oma tussen haar kleinkinderen