“En dan over meneer en mevrouw Mozes, die twee en een half jaar bij oma en opa ondergedoken hebben gezeten. Hoe ze bij opa en oma beland zijn dat ben ik vergeten … (via het verzet) Maar ik weet wel dat ze op een gegeven moment zo onvoorzichtig waren dat het voorkwam dat er op straat mensen aan opa vroegen: “he Smit hoe gaat “eigenlijk met die joden die je in huis hebt….” Ze zaten ook gewoon in de kamer. En zo is het een keer gebeurd dat er een Duitser aanbelde om dat er iets mis was met de verduistering aan de achterkant van het huis.
Op dat moment zou de man, als hij de kamer was binnen gelopen het volgende tafereeltje hebben aan getroffen: Mevrouw Mozes en mijn moeder die vlaggen aan het naaien waren op de naaimachine en dhr Mozes en opa luisterend naar de radio, die afgestemd stond op radio Oranje.
Met de nieuwsuitzendingen van radio Oranje stonden er ook altijd veel fietsen voor het huis, van Kampenaren die bij de familie Smit mee kwamen luisteren. Buren waarschuwden, speciaal in verband met de verborgen joden, voor het grote risico dat daarmee genomen werd, temeer daar er naast het huis een hoge duitse officier woonde.Mijn vader vertelde dat dhr M. het ware joodse handelsbloed in de aderen had stromen. Dat werd geillustreerd met een voorbeeld. De eerste keer dat meneer M, zich weer vrij op straat kon begeven kwam hij thuis met een kaartje waar een prachtig spotgedichtje op stond over de nederlaag van Hitler. Hij, meneer Mozes wist binnen de kortste keren dat kaartje te vermenigvuldigen en aan de man te brengen voor een paar dubbeltjes. Mijn vader snapte nooit hoe hij dat zo snel voor elkaar kon krijgen om zo’n handeltje op te zetten.
Na de oorlog heeft dhr Mozes een ceder laten planten op de Libanon met een koperen plaatje met opa zijn naam erop, in een grote gedenktuin. Ik moet het certificaat daarvan nog wel ergens hebben.
Ik heb nog een briefkaart en een briefje van mr en mrs Mo 6 (zo schrijft hij het zelf), ter gelegenheid van Janke d’r geboorte. Gaaf handschrift had die man….heel krachtig.” – Harma Holtland, kleindochter van Harm Smit
Piet Mozes was een hele vrolijke charmante man, hield er altijd de moed in, ondanks de moeilijke omstandigheden. Wanneer hij s’morgen bij het onbijt kwam, had hij vaak een leuke opmerking, “vandaag doe ik deze das maar eens om” (van de twee die hij had). Nooit brommen nooit vervelend. Op de vraag wat is je geloof, antwoorde hij, gekscherend, “gereformeerd”. Ze maakten zelfs eens een uitstapje naar Schokkerhaven en maakten ook s’avond, langs de IJsselkade, heimelijk wel eens een ommetje. Mevrouw Mozes was een echte dame, met lippestift en nagellak, waar mevrouw Smit schande van sprak. Ze was eerder getrouwd geweest in Duitsland en heeft daar een restaurant gehad. In Nederland heeft ze Piet Mozes in een naai-atelier ontmoet. Ze was een hele goeie naaister en heeft nog van een rood lapje stof (“getauscht” in Duitsland”) voor Harry een heel leuk pakje gemaakt. Na de oorlog was er geregeld contact. Piet Mozes werkte weer snel als vertegenwoordiger in de confectie. Van hem kreeg ik mijn eerste nylon kousen cadeau. Ze waren de peetouders van Harry. Toen we in Amsterdam aan de Ruyterkade lagen, kwamen ze helemaal lopen vanuit Amsterdam Zuid (de trams reden nog niet) en brachten voor Harry zijn eerste schooltas mee. Piet Mozes is enige jaren na de oorlog, in 1950, overleden. Mevrouw Mozes was eregast op Harry zijn bruiloft. Op haar begrafenis, eind jaren tachtig, kwam van haar familie enkel nog een aangetrouwde nicht uit Arnhem op bezoek. Vertegenwoordigers van de Amsterdamse Joodse gemeente en de familie Smit hebben mevrouw Mozes naar het graf gedragen. – Anna Smit, echtgenote van Lammert Smit, zoon van Harm Smit

ts.
