Menschen voor wie men een voorkeur heeft, waartoe men zich getrokken voelt………
Menschen voor wie men een voorkeur heeft, waartoe men zich getrokken voelt………

Elisabeth IJpes
1787-1861 Tappersche
– Overgrootmoeder Harm Smit

Elisabeth IJpes is de stammoeder van het roemrijke geslacht Smit van het voormalige Zuiderzee eiland Schokland. Ze was ongetwijfeld een aantrekkelijke blonde Friezin, die net als Mata Hari op krijgslieden viel. 

Maar laten we bij het begin beginnen. Elisabeth Ypes (Faber) is een dochter van Ype Jans (Faber) en Lijsbet Ruurds Andringa. Ze wordt gedoopt (1787) in een R.K.-parochie in Makkum, een plaatsje aan de Zuiderzee, hemelsbreed exact gelegen tussen Den Helder en Leeuwarden. Twee plaatsen die een belangrijke rol in haar leven spelen. 

Op haar vijftiende verhuist ze naar Leeuwarden waar ze zes jaar later in het huwelijk treedt met Bernardus Korfagie. Bernardus is omstreeks 1784 geboren te Steinfeld in Munsterland, Duitsland. De geboorte van dochter Elisabeth Korfagie volgt een jaar later. Zij wordt gedoopt op 5 maart 1809 in Leeuwarden, in RK statie Het Klooster. Elisabeth Korfagie is een kort leven beschoren. Ze overlijdt vóór 1813, ten hoogste 3 jaar oud.

Elisabeth Ypes leefde in een tijd toen de zuigelingensterfte in Nederland zeer hoog was (meer dan 300 per 1000 levendgeborenen). Ze kreeg minstens zes kinderen waarvan er slechts twee de volwassen leeftijd hebben bereikt.

Bernardus is omstreeks 1784 geboren te Steinfeld in Munsterland. Hij behoort tot het 4e transport van de compagnie vrijwilligers uit Friesland dat onder sergeant Theodorus Lamberg in september 1809 vanuit Leeuwarden naar Utrecht vertrekt (ruim vijf maanden na de doop van zijn dochter Elisabeth). Bernardus overlijdt waarschijnlijk vóór 1813, ten hoogste 28 jaar oud. Om het in de tijd te plaatsen: De veldtocht naar Rusland van keizer Napoleon begon halverwege 1812. Het is niet uit te sluiten dat Bernardus tijdens die veldtocht is omgekomen.

Elisabeths verhuizing naar Den Helder
Den Helder was destijds een zeer belangrijke maritieme vesting en garnizoensstad voor de Fransen. Napoleon gaf in 1811 opdracht tot de bouw van een grote marinebasis en werf in Den Helder, waarvan de eerste bouwwerken vanaf begin 1812 gereed kwamen. Den Helder moet “het Gibraltar van het noorden” worden. Fort Kijkduin wordt er gebouwd dat plaats biedt aan 700 soldaten.

Elisabeths verhuizing van Leeuwarden, zelf ook een garnizoensstad, naar Den Helder hield ongetwijfeld verband met de relatie die ze eind 1812 aanging met de militair Barend van Aken.  

  • Een (ongehuwde) zwangere vrouw zou ervoor kunnen kiezen om naar een nieuwe, meer anonieme plek te verhuizen om de sociale stigma’s te ontlopen. Een bruisende, groeiende militaire havenstad als Den Helder bood mogelijk meer mogelijkheden (werk, voorzieningen, anonimiteit) dan haar thuisbasis Leeuwarden.

  • Het is ook mogelijk dat Barends eenheid tijdelijk in Den Helder was gestationeerd en zij hem volgde, of dat ze daarheen ging in de hoop hem weer te ontmoeten, of dat ze wist dat er in zo’n stad meer kansen waren voor een militair gezin. 

In Den Helder wordt Sophia (Stijntje, Stientje) van Aken (in onecht) geboren op 6 september 1813. Zie de geboorte-acte. Opvallend hoe Barend van Aken er later in de kantlijn nog aan toe is gevoegd.

Moeder en dochter blijven elkaar een leven lang trouw. De laatste paar jaar van haar leven woont Elisabeth in bij haar dochter.  

Wat weten we van Barend van Aken?

Elisabeth’s dochter Sophia krijgt zijn achternaam, dat is zeker, en bij Elisabeth’s overlijden in 1861 staat vermeld dat zij weduwe is van Barend van Aken.

Barend is geboren in Rotterdam op 6 juli 1783, als zoon van Laurens en Christina Smits. Zie zijn militaire stamboek. Hij kende een lange militaire loopbaan die al rond 1805 in Franse dienst begon. Vanaf 1 januari 1811 diende hij bij de Jagers te paard, en in juli 1812 kwam hij bij het 7e Regiment Lanciers. Zijn dochter Sophia, (ook wel Stientje genoemd, vernoemd naar haar oma) werd op 6 september 1813 ‘in onecht’ geboren in Den Helder, terwijl hij vermoedelijk aan het front was bij de Slag bij Leipzig. Barend was in elk geval niet aanwezig bij Sophia’s aangifte. Op 9 december 1813 deserteerde hij uit Franse dienst. Niet veel later, op 14 maart 1814, trad hij opnieuw in krijgsdienst; ditmaal als kanonnier 2e klasse voor zes jaar bij de (nieuwe) Nederlandse Rijdende Artillerie.

Opvallend is dat hij, na in 1813 nog voor Napoleon te hebben gevochten (o.a. bij Leipzig), in 1815 nu tégen hem streed en deelnam aan de beslissende veldslagen in Nederland en Frankrijk, zoals de Slag bij Quatre Bras en de Slag bij Waterloo. Het laat mooi de turbulentie van die tijd zien en hoe levens daardoor beïnvloed werden.

Elisabeth kreeg met Barend nóg een (doodgeboren) kind in juli 1816 in garnizoensstad Breda. De vader staat hier vermeld als ‘lansier’ bij het Corps rijdende Artillerie van het Garnizoen te Bergen op Zoom’. Hoewel hij volgens het stamboek op dat moment als kanonnier 2e klasse bij de Rijdende Artillerie was aangenomen, ondersteunt deze vermelding zijn militaire status in die periode.

Hoewel de akte sprak van een ’trouwelijk gezin’, is er geen huwelijksakte van Elisabeth en Barend gevonden. Dit suggereert sterk dat zij nooit wettig getrouwd zijn geweest. Dit verklaart ook waarom Barend van Aken in 1821 trouwde met Barbara van Straalen: hij was juridisch vrij om te huwen. De vermelding van ‘weduwe’ bij Elisabeths overlijden is waarschijnlijk een sociale legitimering achteraf, niet een juridisch feit.

Elisabeth keerde in 1818 terug naar Leeuwarden met Sophia en ging in 1820 samenwonen met Pier Hendrik Smit, met wie ze vier kinderen kreeg zonder te trouwen. Op deze pagina, (mede gebaseerd op onderzoek voor een nakomeling van dochter Sophia) wordt deze complexe familiegeschiedenis verder belicht.

Samenwonen met Pier
In 1818 is Elisabeth dus weer terug in Leeuwarden en gaat rond 1820 (met zesjarige dochter Sophia) samenwonen met onze Pier. Ze trouwen niet. Elisabeth en Pier krijgen vier kinderen waarvan alleen Hendrik, de toekomstige veldwachter, de volwassen leeftijd bereikt. Pier erkent de kinderen die uit de relatie worden geboren. 

Pier verlaat Elisabeth. In elk geval ná 1829 en vóór 1838: een volkstelling van 1829 laat zien dat Pier en Elisabeth, samen met de kinderen, op hetzelfde adres wonen. Elisabeth (41): katholiek. Pier (35): protestant. De drie kinderen: Sophia (14): katholiek, Hendrik (7): protestant. Jan (5): protestant. Jan Smit (5) sterft enige maanden na die volkstelling.

Pier trouwt in 1838 met zijn nicht Janke Piers Posthumus 

Elisabeth’s  leven na Pier Hendrik
Hoe verging het verder met onze stammoeder, Elisabeth Ypes? In de archieven van de burgerlijke stand komt ze geregeld voor. Soms met de vermelding dat ze niet kan schrijven. De opgegeven beroepen: naaister, arbeidster en tappersche (kastelein). Een volkstelling van 1839 vermeldt dat Elisabeth woonachtig is in wijk D, op nummer 13 (een paar huizen verwijderd van het adres waar ze met Pier heeft gewoond). Ze is dan 53 jaar. In hetzelfde pand woont haar zoon Hendrik (17) en dochter Sophia (25) en de onwettige zoon van Sophia, Jan (6 maanden). Hendrik Smit, de toekomstige veldwachter op Schokland, gaat daarna al snel het leger in. Veertien jaar later trekt hij, samen met vrouw en dochter Lijsebeth, weer voor twee jaar in bij zijn moeder om vervolgens veldwachter op Urk te worden. 

Vanaf 1859 woont Elisabeth bij het gezin van haar dochter Sophia. Jan, haar kleinzoon, wordt later kastelein. Hetzelfde beroep dat zijn oma Elisabeth na het vertrek van Pier heeft uitgeoefend. 

Elisabeth overlijdt op 23-10-1861 in Leeuwarden, 74 jaar oud. Oma van drie kleinkinderen: Jan van Aken 22, Lysebet Smit 9, Lammert Smit 7. Bij haar overlijden staat vermeld dat zij weduwe is van Barend van Aken en eerder van Bernardus Korfagie. Pier Smit, onze stamvader, met wie ze het langste heeft samengewoond, wordt niet genoemd. Pier is dertien jaar eerder overleden. Zou ze nog op Pier zijn begrafenis zijn geweest? Of heeft ze hem na zijn huwelijk met zijn nicht in 1838 niet meer gezien?  

Nageslacht 

Hoewel Elisabeth zelf maar twee kinderen heeft gehad die haar kleinkinderen hebben bezorgd, is het aantal nakomelingen nadien uitgegroeid tot een indrukwekkend aantal.

Zij leven tegenwoordig verspreid over meerdere continenten en dragen achternamen als van Aken, ten Napel, Hakvoort, Holtland, Kapitein, Wezelman, Kramer, Elliot, Freire, Kombrink, van de Berg en nog vele andere.

Samen met Pier Hendrik heeft zij de naam Smit doorgegeven:

1e generatie: Hendrik
2e generatie: Lammert
3e generatie: Harm (de koning van Schokland)
4e generatie: Trientje, Jantje, Lammert, Jan en Albert
5e generatie: Harry, Titi, Onne, Jan Albert en Hetta
6e generatie: Lars en Kim
7e generatie: Nils en Reinout

Zoveel nageslacht zou Elisabeth deugd hebben gedaan maar misschien nog eervoller: van de drie miljoen Nederlanders in 1850 kunnen maar weinigen bogen op een heuse internetpagina met daarop een uitgebreide levensbeschrijving. Elisabeth heeft dat wél bereikt en dat zal niemand haar misgunnen. Een makkelijk leven heeft ze niet gehad.