Harm Smit, inspireerde schrijvers tot diepe bespiegelingen.
“Een ware uitblinker en bovendien voorloper van alles wat gebeuren ging, was Fred Thomas, redacteur van “De Tijd” en schrijver van “Wijkend Water”. Fred Thomas was niet alleen een hartstochtelijk zeiler maar vooral iemand die veel belangstelling had voor wat rondom de Zuiderzee te beleven was. Bijna honderd van de tweehonderd negenendertig bladzijden van zijn boek zijn aan Schokland gewijd, een eiland dat hem lief was en waar Harm Smit woonde voor wie hij grote genegenheid voelde. Fred Thomas was een bezield mens, een lyrisch schrijver.”
Wijkend Water – Fred Thomas
Zwak hoor je het boem-boem van een motor. Een man loopt de remming op, aan zijn licht strompelenden gang herken ik hem.
Het Urkerland – Gerhard Werkman
Kom mee, zei hij, dan gaan we naar Smit. Harmen Smit was de houder van het postkantoortje, tevens directeur van den vischafslag, die er eigenlijk al niet meer was. Wij traden zijn woning binnen via de dienstingang. De deur van de gewatteerde telefooncel hing scheef en kon niet meer dicht. In het kantoortje was niemand. Girostrookjes en andere papieren lagen op de werktafel ordelijk gerangschikt. Een met de hand vervaardigd model van een botter deed dienst als bergplaats voor het post- en het lakstempel en nog eenige kleinigheidjes. Er hing een kalender van een levensverzekeringsmaatschappij. – Vollek! riep de schipper.
Zwerven langs het IJsselmeer – Wim Kuyper
Voortaan zou Harm Smit de zondagdiensten alleen houden, Op zijn zolder stonden tientallen stoelen; wanneer deze allemaal gebruikt werden, moesten de eetkamertafel en zelfs het hoge tafeltje met de Ster van Bethlehem uit de kamer gezet worden. Dan was het zó vol in het gastvrije huis van Harm Smit dat de mensen tot achterin het gangetje naar de keuken zaten. ‘Onder het genot van een kop koffie, sigaar of pijp werden daarna hechte banden van vriendschap gesmeed’ schreef Smit hierover. Maar het getij zou gaan keren; voor Schokland en voor Harm Smit.
Het wegzinkende verleden. De familiegeschiedenis opgetekend door een tot nog toe onbekende kroniekschrijver. “Nieuwe geslachten zullen opstaan en vragend terugblikken naar dat wat geweest is, zoals wij nu ook doen, óók menigmaal tevergeefs“. Geschreven in 1941 te Schokland. Uiterst ambitieus en literair om er na negen bladzijden abrupt mee op te houden. Een mengeling van fact en fiction: “Wat een drukte en ellende kan één zo’n kerel toch op de wereld veroorzaken, zei Pier tegen zijn vrouw Elizabeth Ypes“. Er staan een paar interessante feiten in het document. Bijvoorbeeld dat Pier koos voor de naam Smit en zijn enige broer voor de naam Postuma.
Artikel in de Stentor over deze website